algemeen

Dit moet je weten over tripanofobie

Dit moet je weten over tripanofobie
70views

Niemand vindt het leuk om een injectie te krijgen. Toch zul je in je leven af en toe een injectie krijgen. Zo hebben velen onder ons de afgelopen twee jaar één of zelfs meerdere vaccinaties en boosters tegen het coronavirus gekregen. Sommigen zullen daar meer zenuwachtig voor zijn dan anderen, maar over het algemeen zullen de meeste mensen een injectie met even doorbijten prima aankunnen. Echter bestaat er een groep mensen die een echte angst voor injecties heeft. Deze fobie wordt met een duur woord tripanofobie genoemd. 

Wat is tripanofobie?

De groep mensen die aan tripanofobie lijdt is niet klein. Sterker nog, tripanofobie behoort tot de meest voorkomende fobieën ter wereld. Tripanofobie is een pathologische fobie voor injecties, injectiespuiten en injectienaalden. Wel 15% van de inwoners wereldwijd lijdt aan tripanofobie. Tripanofobie is iets anders dan iatrofobie, een angst voor artsen, ziekenhuizen, onderzoeken en behandelingen. Wel gaan deze fobieën vaak samen. Opvallend is dat in de Verenigde Staten relatief weinig mensen gediagnosticeerd zijn met tripanofobie en in Rusland juist veel. Dit hangt samen met de dikte van de naald: In de VS wordt namelijk gebruik gemaakt van dunne injectienaalden, terwijl in Rusland juist relatief dikke naalden worden gebruikt.

Hoe uit zich dit dan in de praktijk? Veel tripanofoben zullen in een situatie waarin ze in aanraking komen met injecties hun gedrag niet meer kunnen beheersen. Sommige mensen vallen flauw bij het zien van de naald, anderen zullen in paniek raken en wegrennen. Het is ook mogelijk dat iemand uit angst de behandelkamer niet eens in durft te gaan. Het hebben van tripanofobie is dus erg vervelend. Daarnaast kan deze fobie ook daadwerkelijk gevaarlijk zijn. Zo kunnen sommige medicijnen alleen door middel van een injectie of infuus worden toegediend en zijn vaccinaties nodig om mensen te beschermen tegen gevaarlijke ziektes.  

Het ontstaan van tripanofobie

Vaak ontwikkelt de angst voor injecties zich in de kindertijd. Factoren die meespelen in het ontstaat van tripanofobie zijn het gedrag van de ouders, het karakter en het temperament van het kind. Zo verhoogt een ouder die zich bij een vaccinatie van het kind nerveus gedraagt de kans op het ontwikkelen van de fobie. Ook wanneer een baby een sterk prikkelbaar zenuwstelsel, een lagere pijngrens of verhoogde angstgevoelens heeft, zal hij of zij gevoeliger zijn voor het ontwikkelen van tripanofobie.

Ook door bijvoorbeeld boeken, verhalen of een film waarin injecties negatief worden belicht kan een kind deze angst ontwikkelen. Tot slot kan iemand ook tripanofobie ontwikkelen door een negatieve persoonlijke ervaring. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld een injectie die niet meteen goed gaat of complicaties die tijdens of na het prikken zijn opgetreden. 

Tekenen van tripanofobie

Over het algemeen zullen de meeste mensen zeggen dat ze niet van injecties houden. Dit hoeft echter niet te betekenen dat zij daadwerkelijk aan tripanofobie lijden. Iemand die echt tripanofobie heeft, zal namelijk het onderwerp injecties juist liever vermijden. Zelfs de gedachte aan injecties kan hen namelijk al een angstig gevoel geven. Verder is er binnen de tripanofobie ook nog onderscheid te maken tussen de soort injectie. Soms hebben tripanofoben namelijk een fobie voor een specifieke handeling, bijvoorbeeld een injectie in een ader. De meeste tripanofoben hebben echter een angst voor alle soorten injecties.

Iemand met tripanofobie zal proberen injecties zoveel mogelijk te vermijden. Soms zal daar door een arts rekening mee kunnen worden gehouden door te kijken of er een alternatief is, zoals pillen. Wanneer echter toch een injectie nodig is, zal een tripanofoob daarop reageren door te trillen en bleek te worden. De hartslag en de ademhalingsfrequentie zullen stijgen,  en iemand kan gaan overgeven of flauwvallen. 

Behandeling van de fobie

Kan tripanofobie dan wel behandeld worden? Het antwoord op deze vraag is, gelukkig, ja. Met wat oefening en de juiste houding kan een tripanofoob zichzelf trainen om niet meer bang te zijn voor injecties. Hij of zij kan namelijk een afspraak maken met de huisarts die deze persoon voor psychiatrische hulp kan doorverwijzen. Bij een psycholoog kan een tripanofoob cognitieve gedragstherapie volgen. Hier leert hij of zij de oorzaken van de tripanofobie vast te stellen. Therapie kan verder ook uit gesprekken, EMDR, visualisaties en ontspanningsoefeningen bestaan. 

Verder kan iemand met tripanofobie medicijnen voorgeschreven krijgen om hem of haar tot rust te brengen. Over het algemeen worden vaak anxiolytica en antidepressiva voorgeschreven om angstklachten te verminderen. Wanneer men vooral bang is voor flauwvallen, kunnen ook bètablokkers helpen. Dit medicijn verzwakt de effecten van verschillende stresshormonen. Tot slot kan het bij sommige tripanofoben ook helpen om tijdens een injectie in een effectieve houding te gaan liggen, namelijk liggend en/of met de benen omhoog. 

Laat een reactie achter

nl_NL_formalDutch